Terug in Bloemfontein
Door: Wil Groot
Blijf op de hoogte en volg Wil
21 Juni 2008 | Zuid-Afrika, Bloemfontein
Rond 3 uur vanmiddag arriveerde ik bij Ons Plek. Enkele kinderen speelden buiten. Een glimlach verscheen op hun gezicht, een glimlach van herkenning. Die oom is met mij naar het ziekenhuis geweest, zegt één van ze. Het spel met de namen, want ze wisten de mijne niet meer. Een warm welkom, ook al is het koud hier, een natte winter.
Ik werd hartelijk ontvangen door iedereen. Deon heeft de griep en vele anderen, vooral de kleintjes lopen te snotteren. Dit is niet vreemd, want veel verwarming is er niet.
Eerst een bakkie koffie, waar K. gelijk mee aankwam zetten. "Hoe was je reis", vroeg Deon. "Ach, enkele fotograven ontweken, hoop ik en hopelijk is de politie m'n vriend". "Weer snelheidsovertredingen", wordt er gevraagd. "Ik hoop van niet", antwoord ik. "Hoe is het hier", vraag ik Deon. "Trudy zal je een rondleiding geven". Na een babbel word ik door Trudy voorgesteld aan de nieuwe bewoners en verzorgsters. Eén ligt met griep op de bank en vanwege hiv, weinig weerstand, gaat het niet zo goed met haar. Trudy is de Nederlandse vrijwilligster die die ervaring heeft in de psychiatry. Momenteel zijn er zeven die dagelijkse verzorging nodig hebben. Ze doet dit samen met een andere verzorgster.
Er zijn veel nieuwe kleintjes. Ze kijken mij met grote ogen aan. De kleintjes die ik al kende herkennen mij in eerste instantie niet. Eén ding is zeker, ze hebben allemaal aandacht nodig. Het werk, wat de vorige keer dat ik hier was gedaan werd door vier verzorgsters, moet nu door twee worden gedaan. Eén verzorgster is overleden, wat jullie hebben kunnen lezen in de nieuwsbrief. Een andere vrouw is sinds kort ziek. Vanwege een tekort aan aan verzorgsters had zij de verantwoording voor kinderen op zich genomen. Hopelijk komt zij er boven op, als haar weerstand dat toe laat.
Sommige van de kinderen hebben een lage weerstand. Er wordt hier van alles aangedaan wat mogelijk is, maar het is moeilijk. Levensmiddelen zijn duurder geworden, wat inhoudt dat er minder kan worden ingeslagen. Ik heb mijzelf voorgenomen om morgen flink wat groenten en fruit in te slaan, dat kan er nog wel van af.
Even later komt een klein jochie op mij af, hij wil op schoot. Ik herken hem van de vorige keren, maar heb zijn moeder, die halvers verlamd was toen ze hier binnen kwam, nog niet gezien. Over moeder en kind heb ik de vorige keren geschreven toen ik in Bloemfontein was. De kleine gaat goed en babbelt zelfs een beetje tegen me. Ik vraag de anderen waar zijn moeder is. "Die is ziek", zegt Trudy, "die laat ik je zo wel even zien". Een half uurtje later vraagt Trudy mij met haar mee te gaan. Wanneer ik de moeder zie krijg ik een brok in mijn keel. Ze heeft heel veel gewicht verloren en zal waarschijnlijk niet lang meer leven. Haar mooie bruine ogen kijken mij vragend aan. Ik vertel haar wie ik ben. Na enige momenten herkent ze mij en ze maakt enkele geluiden. Ze verstaat mij nog redelijk goed. Trudy vertelt mij later dat ze alleen nog drinkt, maar een liter per dag en dat is goed. Ik ben even stil, voel mij machteloos. Eén van de andere kleintjes vraagt aandacht, dus geef ik dat even. Aandacht willen ze allemaal en ze hebben dat ook allemaal nodig. Trudy neemt mij mee naar de twee mannelijke patiënten, een oude man, die niets meer zelf kan en een jonge vent wiens benen zijn geamputeerd. De jonge man is spraakzaam. "Sinds hij hier is is hij heel erg opgeknapt. Hij heeft een thuis gevonden, een plek waar hij verzorgd wordt", vertelt ze. Hoe lang hij nog heeft, vraag ik mijzelf af. God zal het weten. In ieder geval krijgt hij hier verzorging.
Buiten opeens veel lawaai, een stortbui, hagel, winters weer. Enkele kleintjes kijken door het raam naar de hagelstenen die neer kletteren.
De kokkin is in de keuken druk bezig met het eten. Bij elkaar zijn wij ongeveer met zijn dertigen, de meesten kleintjes. Er zijn drie tienerjongens die allemaal actief zijn in het huishouden. Zo brengen zij het eten rond, vegen en spelen ook met de kleintjes. Ons Plek laat zo een werkelijk huishouden zien, een echt thuis, voor velen een laatste thuis.
Vroeg in de ochtend is er al snel reuring in huis. Het is zaterdag en de kinderen kunnen uitslapen. De kokkin en verzorgsters zijn al druk bezig, kinderen lopen al rond wanneer ik uit bed kom. Het is nog vroeg. Na het eten vraag ik Trudy of ik ook wat kan doen. Ze geeft mij plastic handschoenen en vraagt of ik de oude man wil wassen. Zijn benen zijn verkramd en ook is hij incontinent. Hij voelt zich gelijk rustig bij mij. Hij is 80, dementeert wat en kan niets meer zelf doen. Ik was hem, geef hem schone kleren en verschoon zijn bed. Daarna zet Trudy hem in zijn rolstoel en breng ik hem naar buiten, waar de andere rolstoel patiënten ook zitten, in de zon. De kinderen spelen met elkaar. Wegens het tekort aan personeel, gezonde volwassenen, schieten de kinderen tekort. Zij hebben vooral aandacht nodig, omdat ze allemaal traumatische ervaringen achter de rug hebben. Ik zie hoe Trudy met de kinderen en de patiënten omgaat. Ze is goed in haar werk en zou hier graag willen blijven. Ze is hier ook nodig, vooral omdat zij verpleegster ervaring heeft. Er is een tekort aan personeel, dat is duidelijk.
In de namiddag gaan we inkopen doen voor de Transkei, want daar is weinig. Het plan is er morgen heen te gaan. Donderdag vlieg ik dan vanuit Umtata naar Johannesburg, mijn laatste station.
Terug op Ons Plek was er een groep werknemers van een bank, die hotdogs kwamen brengen en andere levensmiddelen. De kinderen smulden en waren blij met de plotselinge aandacht. Het is goed om te zien dat er ook wordt ondernomen in Bloemfontein.
Van Martin heb ik een nieuw filmpje toegestuurd gekregen van Ons Plek, wat te zien is op http://www.youtube.com/watch?v=294uL1NofIU
Het ziet er geweldig uit, dus neem een kijkje.
Ik ben bereikbaar via de website, www.willenendoen.org
Hier kunt u ook zien waar wij voor staan en wat wij willen bereiken. Ook staat daarop duidelijk vermeld waar de donaties voor gebruikt worden.
Wij zoeken donateurs, om de maandelijke kosten van de projecten die wij steunen te kunnen dekken, zoals de Transkei en Bloemfontein.
Ons bankrekeningnummer in Nederland is : Rabobank 137977387
Ik ben eventueel mobiel bereikbaar op 0027721043800
-
21 Juni 2008 - 18:59
Danie:
Sulke goeie werk Wil!!! -
22 Juni 2008 - 13:27
Jarig Lont :
Om te neuriën te zingen en te overdenken:
Ubi Caritas et Amor
waar liefde is daar is God…
Het is voor kinderen van groot belang dat er mensen om hen heen zijn waar ze op kunnen rekenen.
Daar ben jij mee bezig Wil.
-
22 Juni 2008 - 13:30
Pity Lont :
En nu nog een liedje voor jou, Wil!
Waar liefde mensen samenvoegt
worden stenen een paleis,
de kille straat een lentetuin,
de hel een paradijs.
Een land van licht en zonneschijn,
een haard waar men zich warmt.
Een overvolle beker wijn,
een mens die je omarmt.
De deur roept jou een welkom toe,
een stoel staat voor je klaar.
De tafel is gastvrij gedekt,
een heerlijk avondmaal.
Een mens is ver en heel dichtbij,
is armoe en is rijk,
is man en vrouw en droef en blij,
is alles tegelijk.
-
23 Juni 2008 - 11:03
Rosa En Fam.:
Hoi Wil, een lang verhaal, je maakt ook genoeg mee, vervelend als je niet zoveel voor ze kan doen. dat je er bent, maakt wel veel goed!!
Nu had iemand je een lidje gestuurd.maar wie zingt dit, de tekst wel pakkend...(kom ik hier nog achter?)
Succes weer daaar hoor! -
23 Juni 2008 - 14:14
Pity Lont :
Aan Rosa en fam.
(Melodie: Auld lang syne)
Je raadt het nooit!!!
Het is een doopliedje
wat ik vond op Internet -
25 Juni 2008 - 16:53
Joop:
Willie, Op de laatste foto's is aan je ogen te zien dat het hoog tijd wordt om thuis te komen en bij te tanken. Denk aan jezelf.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley